Om een verwilderde kat weer sociaal te maken heb je veel tijd en geduld nodig. Zwerfkatten hebben van jongs af aan geleerd om mensen als een gevaar te beschouwen, en zijn vaak heel angstig in het contact met mensen. Verwilderde moederpoezen leren hun kittens om zich te verstoppen en te verdedigen bij dreigend gevaar. Daarom zullen verwilderde katten blazen en eventueel bijten of krabben als ze zich bedreigd voelen en door mensen benaderd worden.
Laat een verwilderde kat eerst rustig wennen aan een nieuwe omgeving. Zorg dat er veilige plekjes zijn om zich te verstoppen of hogere plaatsen waar de kat van op afstand alles kan observeren. Je kunt de kat ook onderbrengen in een bench. Ga de kat regelmatig bezoeken. Beweeg rustig en langzaam. Beweeg je laag bij de grond wanneer je toenadering zoekt, zo kom je minder bedreigend over. Praat zachtjes tegen het dier. Geef de kat regelmatig lekkers te eten of probeer met een touwtje de kat tot spelen te brengen. Win zo langzaamaan zijn vertrouwen. Zorg er ook voor dat de kat stilaan kan wennen aan omgevingsgeluiden. Dat kan door zachtjes een radio of tv op te zetten in de omgeving van de kat wanneer je niet aanwezig bent.
Wanneer de kat aan je aanwezigheid gewend is, kan je proberen om contact te maken. Laat een angstige kat altijd eerst aan je vinger ruiken vooraleer je hem probeert te aaien. Let goed op de lichaamstaal van de kat. Kijk de kat niet te doordringend aan, dit kan heel bedreigend overkomen. Begin met voorzichtig te strelen vanaf de achterkant van de rug. Praat zachtjes en geruststellend tegen de kat. Zorg er voor dat je je heel klein maakt. Heb heel veel geduld, elke kleine stap is een grote overwinning voor de verwilderde kat. Het kan dagen maar ook weken duren vooraleer de kat vertrouwen in jou begint te krijgen. Katten leren ook door observatie. Een lieve, tamme schootkat als goede voorbeeld kan ook helpen bij de socialisatie.
Je kunt geleidelijk aan de omgeving van de kat uitbreiden, maar zorg nog altijd voor een veilig plekje. Jaag nooit achter de kat aan! Bij ontsnapping lok je hem terug in de bench met een lekker hapje of iets dergelijks. Wanneer de kat voldoende aan jou gewend is kan je hem stilaan ook aan andere mensen laten wennen of kan een nieuw baasje gezocht worden voor de kat. Hoe tam dit soort katten uiteindelijk wordt is heel verschillend. Meestal ontwikkelen ze een heel sterke band met hun eigenaar maar blijven ze bang voor vreemden.
Verwilderde katten?
Op een donderdagavond in oktober 2003 krijg ik een telefoontje van Mariëtte Laugeman,
eigenaar van Dierenkliniek Den Herd in Tilburg. Of ik in het bestuur wil plaatsnemen van
een stichting die zich gaat bezighouden met het castreren van groepen verwilderde katten in en rond Tilburg.
Groepen verwilderde katten? Nooit geweten dat dit zo’n probleem is in Tilburg. Mijn interesse is gewekt!
Een klein weekje later zitten we met z’n vijven aan tafel: Mariëtte Laugeman, Aurora van Schijndel (voorzitter), Brigitte van Empel (algemeen bestuurslid), onze penningmeester en ik. Aurora en Brigitte hebben de afgelopen jaren al talloze verwilderde katten gevangen met diervriendelijke vangkooien. De dierenartsen van Den Herd hebben er vervolgens voor gezorgd dat de katten werden onderzocht, ontwormd, ontvlooid en gesteriliseerd. Na een paar dagen, als de kat van de operatie was bijgekomen, werd hij weer bij de vangplek weer vrijgelaten. Vrijwilligers uit de buurt zorgden ervoor dat de katten niet aan hun lot werden overgelaten. Overlast die de katten in het verleden gaven, werd zo teruggedrongen.
Ik kan mijn oren niet geloven. Hoe kan het dat ik nog nooit verwilderde katten heb gezien? De reden is eigenlijk simpel. Deze katten zijn zo bang voor mensen, dat ze pas tevoorschijn komen als er vrijwel niemand in de buurt is: ’s morgens vroeg of ’s avonds laat. Er zijn helaas nog veel mensen die een kat maar lastig vinden en er alles aan doen om ze weg te jagen of zelfs te doden! Door de katten te castreren wordt de overlast aanmerkelijk verkleind: ze sproeien niet meer om hun territorium af te bakenen en ook het nachtelijke krijsen is verleden tijd. Ook hoeft de kat niet per se meer op zoek naar eten, omdat ze dit dankzij de buurtvrijwilligers dagelijks krijgen voorgeschoteld.
Volop redenen dus om een stichting op te richten. Zodat mensen en bedrijven op de hoogte raken van ons werk en er via donaties aan kunnen bijdragen dat dit ontzettend nuttige werk voortgezet kan worden. Op 29 december 2003 is het dan zover: de officiële oprichting van de Stichting Onplaatsbare Katten (SOK)! Een toepasselijke naam, pas later realiseren we ons dat deze naam ook een beetje onhandig is gekozen…
Want waar we niet meteen rekening mee hebben gehouden zijn de kittens. En dat zijn er nogal wat! Die kunnen we uiteraard niet zomaar aan hun lot overlaten. En dus moet er gezocht worden naar gastgezinnen die bereid zijn om deze kittens te socialiseren.
Gastgezinnen
Langzaam maar zeker slagen we erin een groep gastgezinnen op te zetten die met veel liefde en geduld proberen de kleintjes vertrouwen te geven in de mensen. Zodat ze de rest van hun leven kunnen slijten bij een lief baasje. Dit is inmiddels al gelukt bij zo’n 450 kittens! Het maakt meteen de wat afschrikwekkende bijklank duidelijk van de naam Stichting Onplaatsbare Katten’.
Maar inmiddels heeft SOK een goede reputatie opgebouwd en is bij velen een vertrouwde naam geworden.
De vangacties van de volwassen katten klinken wellicht simpeler dan ze daadwerkelijk zijn. Er is engelengeduld voor nodig. En als je de kat dan eenmaal gevangen hebt, dan moet je snel naar de dierenarts en weer terug naar de vangplek voor het vangen van de volgende kat. De volgende dag wordt de eerste kat weer opgehaald bij de dierenarts. Vervolgend gaat hij naar de recovery ruimte van SOK, waar hij een paar dagen bij mag komen van de operatie. Na een paar dagen gaat de kat weer terug naar de vangplek, waar hij weer wordt vrijgelaten. Al met al erg veel werk!
En er komen nogal wat meldingen binnen, met name ’s zomers.
Tijdens vangacties vragen bovendien niet alleen de katten om aandacht…
Huize Assisië is een instelling waar verstandelijk gehandicapten wonen en werken. Op het terrein zijn grote kassen, waar bewoners onder begeleiding met hout en groen werken. Op een zomerse dag in 2007 ontdekken medewerkers van het tehuis een volwassen poes met kittens, een volwassen kater en kittens uit een vorig nest. SOK krijgt het verzoek om ze te vangen; terugplaatsen na sterilisatie is geen probleem. Op het moment dat de eerste katten worden gevangen en de paniek van de katten duidelijk zichtbaar is, wordt een van de bewoners erg verdrietig. Hij is er van overtuigd dat zijn katten niet meer terug zullen komen. Zijn verdriet is onpeilbaar, ook als we hem duidelijk proberen te maken dat de katten over een paar dagen weer terug zijn. Op zo’n moment zijn we niet alleen voor de katten bezig. maar proberen we ook verzorgers en bewoners gerust te stellen. Het zijn tenslotte ‘hun’ katten die we vangen!
De tweede dag van de vangactie mag een van de bewoners mee naar de dierenarts om ‘zijn’ al geholpen katten te zien. De kittens zijn naar gastgezinnen gegaan om te socialiseren en worden van daaruit definitief geplaatst. Als we de laatste katten terugbrengen naar Huize Assisië worden we door bewoners en personeel overladen met cadeautjes, bloemen, een fraai beschilderde sierkan die nu de recovery ruimte siert en dikke kussen van de bewoners die superblij zijn hun katten weer terug te zien. En niet te vergeten twee gevulde envelopjes met zelfgemaakte kaarten en een geldbedrag, als tegemoetkoming in de gemaakte kosten. De katten hebben er een mooi leefgebied met warme schuil- en slaapplekjes en worden dagelijks voorzien van hun natje en droogje.
Een vangactie om niet te vergeten; aan de ene kant mensen die zo ontzettend blij waren de katten terug te zien en aan de andere kant de katten die daar een geweldig leven hebben.
Een mooi verhaal met een happy end! Maar vaak werken buurtbewoners de SOK-vrijwilligers tegen. Soms uit onbegrip, iets waar we nog iets aan kunnen doen, maar vaak ook omdat ze onze inspanningen onzinnig vinden. Daar valt helaas niets tegen doen; soms leidt dat zelfs tot bedreigingen.
De vrijwilligers weten waarvoor ze het doen en dat is op de eerste plaats voor het welzijn van de katten! Sinds Aurora, Brigitte en Mariëtte Laugeman zijn begonnen met dit werk zijn er inmiddels zo’n 800 volwassen katten gesteriliseerd. Vrijwilligers houden daarna een oogje op de katten, waardoor overlast in de buurt verdwijnt.
De komende jaren zullen nog meer katten -en buurtbewoners!- profiteren van het werk van SOK.
Zwerfkat?
Het is belangrijk te onthouden dat niet elke zwerfkat zonder eigenaar zit. Sommige “zwerfkatten” zijn eigenlijk vermiste katten die niet terug naar hun baasje zijn gegaan. Dit kan je checken door te kijken of de kat gechipt is.