Voer. Krabpaal. Speeltje. Korting.koopjesjagen

Spreekwoorden met katten in de hoofdrol

Eeuwenoud zijn ze, de spreekwoorden uit onze Nederlandse taal. Ze bevatten heel wat wijsheden en zijn vaak gebaseerd op handel, zeevaart, natuur en… op dieren! Ook de kat, al eeuwenlang als huisdier gehouden in onze streken, vervult een belangrijke rol. Welkom in de wondere wereld van de kattenspreekwoorden!

mainecoonDe bestaande spreekwoorden over katten zijn niet zo vleiend voor de kat, hij krijgt er eerder een slechte reputatie door. De oorzaak ligt waarschijnlijk in de associatie met hekserij in vroegere tijden. De voorspellende kracht van de kat blijkt uit het oude gezegde ‘als de kat zich wast, komt er gewis een gast’. Bij een kattenwasje kun je dus maar beter thee en koekjes bovenhalen want je verwacht visite!

Typisch voor de middeleeuwers was hun grote angst voor het onbekende. Katten moesten hun associatie met het magische en het mystieke maar al te vaak bekopen… De slechte behandeling van katten blijkt uit het gezegde ‘nog andere katten te geselen hebben’ of nog andere en belangrijkere problemen hebben. Katten werden wel meer met problemen geassocieerd: ‘nu komt de kat op de koord’ wil zeggen dat het probleem zich nu aan zal dienen. Die problemen kunnen maar beter vermeden worden, want ‘een kat in het nauw maakt vreemde sprongen’. Gelukkig heeft een kat negen levens en komt hij altijd op zijn pootjes terecht!

Het nachtelijk gezang van katten in de paarperiode heeft duidelijk voor de nodige irritatie gezorgd bij onze Middeleeuwse medemens: iemand die ‘zo vals als een kat zingt’ kan maar beter een ander tijdverdrijf zoeken. Maar ondeugend is hij altijd al geweest: je kunt de kat maar beter niet bij de melk zetten, of hij haalt gegarandeerd kattenkwaad uit! Geduldig zijn is dus de boodschap, maar daar zijn katteneigenaren gelukkig goed in: ‘de kat uit de boom kijken’ is een afwachtende houding aannemen.

Erg snugger komt een kat niet over in onze gezegdes: ‘maak dat de kat wijs’ wil zeggen dat je je onzin maar beter aan iemand anders verkoopt, zoals de goedgelovige kat. Maar ook de mens is niet altijd even snugger: wanneer iemand ‘een kat in een zak’ koopt, brengt hij het gekochte goed beter terug: in dat geval heeft hij een grote miskoop gedaan!

Makkelijk te temmen huisdieren waren ze alvast niet. Ze zijn beslist ‘geen katje om zonder handschoenen aan te pakken’. Een kat een goede opvoeding geven is zeker niet voor de poes! Wat wil je ook, soms zijn ze gewoon ‘zo vals als een kat’. Ook de relatie tussen katten en honden was al vroeg duidelijk: ‘als kat en hond zijn’ wil zeggen dat er vaak ruzie gemaakt wordt.

Toch is niet alles negatief voor de kat… ze staan in de spreekwoorden bekend als voortreffelijke jagers, vandaar de uitdrukking ‘een vogel voor de kat zijn’. Je kunt dus maar beter een kat in huis halen als je last heb van ongedierte, want ‘als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel’. Soms vinden de kattige gezegdes hun oorsprong in oude verhalen. Het gezegde ‘de kat de bel aanbinden’ is afkomstig van een oude fabel waarin muizen besluiten om een bel aan de staart van een kat te hangen, zodat ze hem altijd horen naderen.

Ook in andere landen komen katten veelvuldig voor in spreekwoorden en gezegdes. In Oekraïne heeft men ‘zonder kat geen huishouden’ en in Bretagne is met er van overtuigd dat ‘vrouwen voor de zondeval even gemakkelijk kinderen als katten baarden’. Wat een poespas!