Geschiedenis Singapura
Van dit ras is het ontstaan nog zeer recent en het is al zeer veel beschreven. Singapura is het Singaporese woord voor het land zelf.
Ook kucinta oftewel liefdeskat is in Singapore tegenwoordig een veel gehoorde bijnaam voor dit ras, wiens beeltenis tegenwoordig gebruikt wordt als promotiemateriaal voor het land van herkomst. De familie Meadow leefde begin jaren 70 in Singapore en keerde daarvan terug naar de Verenigde Staten met medeneming van enkele van de lokale katten.
Deze katten zagen zij daar in de riolen en stegen van Singapore rondlopen en vielen op door hun gemeenschappelijke kenmerken. Klein van stuk, dan pasten ze ook in die door hen veel gebruikte rioolbuizen, en een ticked vachtpatroon.
De drie katten die zij meenamen vanuit Singapore waren de stamouders van de singapura-populatie heden ten dage; Puss, Ticle en Tess.
Later is Chico nog in de jaren 80 naar de Verenigde Staten geĆÆmporteerd alsmede wat andere singapuraās vanuit Singapore. In 1987 is Gerry Mayes, een Amerikaanse kattenfokker, naar Singapore gegaan en kwam met een aantal katten terug, waaronder Littlesing Bull. Er is ook nog e.e.a. aan twijfel wat betreft de ontstaansgeschiedenis van dit ras, daar er beweerd wordt dat deze katten een kruising van de abessijn en de burmees zouden zijn. De ontdekkers van dit ras, de familie Meadow, ontkennen dit en gaan daar dieper op in op hun eigen site.
Er zijn een aantal andere rassen gebruikt om het genotype van de Singapura te determineren. Kittens met een egaal gekleurde vacht werden uitgesloten voor de fok en de dragers daarvan ook; met de zuiver sepia agouti verervende katten werd verdergegaan. Singapuraās in het algemeen zijn later vanuit de Verenigde Staten naar landen over de hele wereld geĆ«xporteerd, maar zijn zeker niet algemeen en wijdverspreid te noemen. De meeste fokkers tref je aan in Engeland en de Verenigde Staten.
Uiterlijk Singapura
De Singapura is klein van postuur (het kleinste kattenras) maar wel stevig en gespierd gebouwd.
Ze horen grote ogen en oren te hebben en om het makkelijk te maken komen ze maar in 1 officieel geregistreerde vachtkleur voor, nl.; sepia agouti. Het is een kat met een ticked vacht, d.w.z. minimaal dubbele ticking en de haarpunt is donker(bruin). De ondervacht, buik, borst en rondom de mond zijn ivoorwit gekleurd.
Ze moeten streeptekening aan de binnenkant van de voorpoten hebben en op de knieƫn moet ook streeptekening aanwezig zijn. Streeptekening aan de buitenzijde van de voorpoten wordt als een fout aangemerkt, op de knieƫn mag de streeptekening weer wel zichtbaar zijn aan de buitenkant. Een aalstreep is toegestaan en de bovenzijde van de staart vertoont vaak een donkere streep eindigend in de staartpunt.
De staart is niet erg lang en heeft een afgeronde staartpunt, geen zweepstaart dus.
De vacht hoort kort, glad aanliggend en zeer zacht aanvoelend te zijn. De oogkleur moet een stralend groen zijn of warm hazelnoot tot geel; blauw is niet toegestaan. Verder hebben ze een donkere belijning om de ogen en ook een donker lijntje van de ooghoek richting de neus, dit laatste is in geen geval een traanvlek. De Singapura's hebben een steenrode neusspiegel met een donkere ononderbroken omlijning. Op de jukbeenderen is de zit een zachtbruine beschaduwing net als boven de hakken bij de achterpoten.
Karakter Singapura
De Singapura is zeer sociaal, hetgeen zich ten uit in de positieve benadering naar alle andere huisgenoten (dieren en mensen) toe. Conflictsituaties gaan ze meestal uit de weg, ruzies onderling komen dus bijna nooit voor. Alles wat nieuw is wordt onderzocht, overal willen ze bij zijn en al heel gauw ontwikkelen ze een routine met je waar ze je ook graag aan houden. Vertoon je bepaald gedrag, snoepjes geven op een bepaald tijdstip bijvoorbeeld, dan word je daar ook altijd door ze aan herinnerd. Maar door hun engelachtige uiterlijk en vragende oogopslag kun je ze ook heel moeilijk iets weigeren!