Neem je voorzorgsmaatregelen!
Katten zijn heerlijke speelkameraadjes voor kinderen. Het levert vaak schattige taferelen op. Er zijn echter wel een aantal zaken waar je goed op moet letten. Zorg dat de kat ingeënt, ontwormd en vlooienvrij is. Hoe lief het dier ook is, hou altijd toezicht als je kind met de kat aan het spelen is. Kleine kinderen weten vaak niet wat ze wel en niet met hun huisdier kunnen doen. Zeker bij oudere katten, die geen kinderen gewend zijn, is het extra belangrijk om goed op te letten.
Een kat zal een kind nooit zomaar bijten of krabben. Dat doet het dier alleen maar ter verdediging als het zich bedreigd voelt. Gebeurt er toch iets naars, dan krijgt de kat meestal de schuld. Ten onrechte! De fout ligt meestal bij de volwassenen: de ouders van het kind en de opvoeders van de kat. Zij moeten hun kind leren hoe je met een kat moet omgaan.
Respect voor de kat
Als het gaat om het houden van een kat, moeten jonge kinderen tekst en uitleg krijgen. Ze moeten leren samen te leven met hun huisdier. Ga er nooit vanuit dat kinderen zonder meer weten hoe ze op een verantwoorde manier met een kat om moeten gaan. Kinderen kunnen erg gemeen zijn voor een dier. Kittens, maar ook puppy’s, hamsters en andere jonge dieren zijn kwetsbaar. Kleine kinderen kunnen het dier onbedoeld beschadigen en pijn doen. Ze kunnen zelfs botten breken of fatale verwondingen veroorzaken.
Leer kinderen van jongs af aan dat een kat een levend wezen is en geen speelgoed waarmee je van alles kunt doen. Kinderen zijn in de regel wild en beweeglijk en geduld is nog geen sterk ontwikkelde eigenschap. Een kat wordt daar vaak angstig van. Laat kinderen dus zo kalm mogelijk met de kat omgaan en nooit achter het dier aanrennen. Leer ze de taal van de kat: wat wil het dier zeggen als het blaast of spint? Leer kinderen dat ze een kat nooit mogen plagen of slaan. Leer ze hoe je een kat moet aaien en dat ze het dier met rust moeten laten als het ergens in huis ligt te slapen. Laat kinderen nooit aan de voerbak komen als de kat aan het eten is. Leer ze ook de kat zo weinig mogelijk op te tillen en te dragen. Een kat is geen knuffeldier. Als het dier wordt rondgezeuld en te stevig vastgehouden, gaat het zich verweren met zijn nagels en tanden. Laat kinderen de kat ook nooit aan de voorpootjes optillen.
Mocht je kind toch gekrabd of gebeten worden door een kat, ontsmet de wond dan direct. Als de wond dik, pijnlijk en warm wordt, is er sprake van een ontsteking. Het is dan verstandig om de huisarts te raadplegen.
Oudere kinderen kunnen meehelpen om de kat te verzorgen. De verzorging moet wel altijd door een volwassene worden begeleid. Een kind is niet in staat de verantwoordelijkheid voor de verzorging zelfstandig te dragen. Het aantal verzorgingstaken kan geleidelijk worden uitgebreid naarmate het kind ouder wordt.
Een ding is zeker: de omgang met een kat kan een waardevolle aanvulling zijn op de ontwikkeling van een kind. Een kind leert niet alleen dat een goede verzorging van de kat belangrijk is, maar ook dat het leuk is om ervoor te zorgen dat een kat zich goed voelt. Op deze manier zal een kind zich steeds meer bewust zijn dat een kat een levend wezen is met een eigen karakter. Iets waar je respect voor moet hebben.