De Maine Coon is ontstaan in Noord Amerika in de staat Maine.
Deze regio staat bekend voor zijn bosrijke, bergachtige landschappen en ruig klimaat. In deze streek overheerst de koude met zijn strenge winters en bijhorend sneeuwtapijt.
Het is hier dat het verhaal van de Maine Coon begint…
Een mythische herkomst
Over de oorsprong van de Maine Coon doen vele legendes de ronde. Eén van de meest bekende en tevens absurde mythes is dat de Maine Coon zou zijn ontstaan uit een kruising tussen een huiskat en een wasbeer.
De staart van de Maine Coon lijkt wel op de weelderig gestreepte staart van de wasbeer, maar een kruising tussen deze twee totaal verschillende diersoorten is natuurlijk genetisch onmogelijk.
Van wasbeerkat tot Bobcat?
Een ander verhaal dat de ronde doet is dat de Maine Coon een kruising zou zijn tussen een huiskat en de lokale ‘Bobcats’. In de streek van Maine leeft een heel aantal wilde kattensoorten, waaronder de lynx en de Bobcat.
Een aantal ooggetuigen beweren een paring gezien te hebben tussen de wilde kattensoort en een huiskat. De kittens van de Bobcat lijken wel op Maine Coon kittens met hun stevig lijfje, krachtige poten en pluimpjes op de oren, maar de Bobcat heeft een kort stomp staartje. Deze kruising zou dus nooit geleid kunnen hebben tot de prachtige volle staart van de Maine Coon.
Het wasbeerverhaal is niet de enige bijzondere theorie die over de Maine Coon de ronde doet. Zo zouden volgens sommige theorieën de Vikingen een belangrijke rol hebben gespeeld in het ontstaan van de Maine Coon.
Zij waren immers afkomstig uit Scandinavië. Daar kwam de Noorse Boskat voor, die opvallende overeenkomsten vertoonde met de Maine Coon. De Vikingen reisden de hele wereld over en stichtten ook nederzettingen op de Noordoostkust van Amerika. Zo werd in Maine ooit een Noorse munt gevonden uit de regeerperiode van Olav de Kyrre (1067-1093 na Christus).
Koninklijke katten
Een laatste legende speelt zich af tijdens de Franse Revolutie. De koningin van Frankrijk, Marie Antoinette, zou een befaamd kattenliefhebster geweest zijn. Ze had een aantal koninklijke katten in haar bezit.
Uit historische documenten blijkt dat er plannen werden gesmeed om de koningin naar de Verenigde Staten over te brengen met medewerking van kapitein Samuel Clough uit Maine. De koningin zou tijdens haar verblijf in de Verenigde Staten bij de kapitein inwonen.
Brieven van de kapitein aan zijn vrouw met de vraag hun huis zo comfortabel mogelijk in te richten voor het verblijf van de koningin bevestigen deze theorie. Het is een feit dat de kapitein diverse luxueuze spullen aan boord van zijn schip had, waaronder zes koninklijke langharige katten.
Na de onthoofding van Marie Antoinette in Frankrijk eiste niemand deze spullen op. De katten bleven in Maine en worden door sommigen gezien als de voorouders van de Maine Coon.
Scheepskatten
Waarschijnlijk zijn het de kolonisten die de katten naar de Verenigde Staten hebben overgebracht. Tijdens hun lange zeereizen deden ze vaak beroep op katten om de knaagdierenplaag aan boord van het schip onder controle te houden.
Aangezien Noorse boskatten voortreffelijke jagers zijn, is het goed mogelijk dat ze deze langharige kattensoort gebruikten. De katten kwamen in de Verenigde Staten aan land en pasten zich aan het koude klimaat van Maine aan. De bewoners van de staat Maine maakten de wilde katten tam en lieten hen op muizen jagen op hun boerderijen.
Doorheen de jaren ontstond een nieuwe kattensoort: de Maine Coon.
Al zal door al deze sagen en legendes het precieze ontstaan van de Maine Coon altijd in mysterie gehuld blijven…
Erkend ras
In 1953 werd daarom de Central Maine Cat Club (CMCC) opgericht om de Maine Coon, het enige authentieke Amerikaanse ras, weer in het middelpunt van de belangstelling te krijgen.
In 1968 werd deze vereniging opgevolgd door de Maine Coon Breeders and Fanciers Association (MCBFA), die nog steeds actief is. Deze vereniging heeft als doel om van de Maine Coon weer een erkend ras te maken en het ras zo te houden als het in de natuur ontstaan was. De MCBFA zorgde voor de erkenning van het ras Maine Coon bij alle Amerikaanse kattenverenigingen. De CFA gaf in 1976, als laatste, toestemming voor de erkenning.
Het meest opvallende aan de Maine Coon is de afmeting. Ze zijn groot en imposant en hebben een stevig skelet. Volgens de rasstandaard is een Maine Coon ‘groot’ en dat betekent ‘groter dan gemiddeld’. Een mannetje weegt gemiddeld tussen de 5 en 9 kilo en een vrouwtje tussen de 4 en 6 kilo. De Maine Coon is pas na drie jaar volledig lichamelijk uitgegroeid. Toch zijn ze al seksueel actief vanaf een maand of zes.
Hoewel ze groot en imposant zijn, is de Maine Coon geen vechtersbaas. Liever gaan ze een vechtpartij uit de weg.
Schoonheidswedstrijden
Lang voordat de bekende kattententoonstellingen ontstonden, hielden de bewoners van Maine al markten en festivals waarop ook Maine Coon katten tentoon gesteld werden.
De festivals groeiden omstreeks 1860 uit tot heuse schoonheidswedstrijden onder de ‘Coons’, zoals het ras destijds genoemd werd. In 1870 werd de Maine Coon als ras erkend op de alom bekende kattenshows.
Zijn populariteit groeide en het ras werd erg geliefd. Momenteel is het ras razend populair in onze streken.
Uiterlijk Maine Coon
De Maine Coon behoort tot een van de grootste gedomesticeerde kattenrassen. Ze bezitten een halflangharige vacht met weinig ondervacht. De vacht heeft geen speciale verzorging nodig, één keer in de week de klitten er uit kammen is voldoende.
De vacht is ‘waterafstotend’ door een vettig laagje, dit zorgt er voor dat de kat beschermd is tegen kou, regen en sneeuw, om die reden is het zelfs aangeraden je Maine Coon kat niet te wassen.
De vachtpatronen kunnen effen, gemarmerd of gestreept zijn. De Maine Coon heeft hoge, gespierde poten en een volle lange staart. Die staart wordt in de kou gebruikt om zich warm te houden door er op te gaan liggen of rond zich te slaan als een warme sjaal. Zo worden de oren en poten warm gehouden. Daarom moet zijn staart minimaal dezelfde lengte hebben als zijn lijf.
De oren zijn groot met pluisjes aan de uiteinden. De Maine Coon heeft meestal een mooie vachtkraag. Een poes weegt gemiddeld tussen de vier en zes kilo, een kater tussen de vijf en negen kilo.
Dit maakt van de Maine Coon een grote zware kat in vergelijking met andere rassen.
Een extra teentje
Vroeger hadden 40% van de Maine Coon katten één of twee extra tenen aan hun voorpootjes, beter gekend als een polydactyle Maine Coon. Deze extra klauwtjes waren een voordeel voor de katten, het maakte van hun poot een echte grijphand. Op die manier konden ze meer prooien vangen en hadden ze meer overlevingskansen op de boerderij.
Deze aandoening kan bij alle kattenrassen voorkomen, maar komt tegenwoordig bijna enkel nog voor bij Maine Coons. De reden daarvoor is in de middeleeuwen te vinden. Toen werden alle katten in Europa met een afwijkend uiterlijk ter dood veroordeeld door bijgeloof over duivels en hekserij.
In Amerika was er minder bijgeloof en overleefden de katten met een extra teentje wel. Vele dierenartsen zien polydactylie eerder als een afwijking dan een misvorming, Toch worden de katten met extra teentjes niet toegelaten bij de Amerikaanse kattenshows.
Karakter Maine Coon
De Maine Coon is een allemansvriend: hij kan het prima vinden met andere katten en honden en hij went snel aan nieuwe huisgenootjes. De Maine Coon staat bekend om zijn grote aanpassingsvermogen. Hij is erg flexibel en is zowel binnenshuis als buitenshuis een tevreden kat.
De Maine Coon heeft een uitermate vriendelijk karakter. Ze genieten van menselijke aandacht en knuffels maar zijn geen echte schootkatten. Ze vertoeven wel graag in de buurt van hun baasje.
Hun humeur is over het algemeen vrije venwichtig en stabiel. De Maine Coon is een intelligent en nieuwsgierig dier. Die nieuwsgierigheid maakt zelfs water tot een gegeerd studieobject: de meeste Maine Coons zijn zelfs niet vies van een stevige regenbui.
Nog een typische eigenschap van de Maine Coons is babbelen tegen hun eigenaar in hun aparte kattentaaltje. Het stemgeluid van dit kattenras is opmerkelijk zacht, zeker voor hun postuur. De meeste Maine Coon bezitters beweren dat als je eenmaal een Maine Coon in huis hebt gehaald, je niets anders meer wilt. Ze noemen dit grappend het ‘Coon-virus’.
Een ware circusartiest!
Maine Coons staan bekend als de circusartiesten der katten. Ze halen vaak gekke streken uit en vermaken zich uren met de kleinste prullen, zoals een kever of propje papier. Maine Coon katten blijven ook speels tot op hoge leeftijd.
Om te slapen nemen ze vaak de vreemdste houdingen aan: zo slaapt de Maine Coon graag plat op zijn rug, een aparte houding voor een kat. Een aantal Maine Coons hebben de gekke gewoonte om hun etensbakje leeg te scheppen met hun voorpootjes, een aandoenlijk zicht.
Erfelijkheid en stamboom
Door zijn formaat is de Maine Coon gevoeliger voor aandoeningen als heupdysplasie, een aangeboren afwijking in het heupgewricht. Ook heeft het ras een aanleg voor hartfalen en cystenieren.
Verantwoorde fokkers laten hun fokdieren hiervoor nakijken bij een dierenarts. Opmerkelijk bij dit ras is dat er internationaal een online stambomendatabase wordt bijgehouden.
Er kunnen dus telkens nieuwe dieren aan het fokbestand worden toegevoegd en iedere eigenaar kan de afstamming van zijn kat nakijken tot de oorspronkelijke katten in Maine!
Ook kan hiermee de inteeltcoëfficiënt berekend worden zodat de fok gerichter kan plaatsvinden.