Heeft uw kat nierproblemen ?
Er is de laatste tijd iets vreemds met uw kat aan de hand. Haar vacht is dof, ze heeft weinig eetlust en ze drinkt en plast veel meer dan normaal. meestal denkt men dat het om “evenwichtstoornissen” gaat, “aanstellerij”, “eenzaamheid” want de kat gaat ’s nachts bv. heel erg huilen op verschillende tonen, en moet je eigenlijk al doorhebben dat hij je zegt ; help me, ik ben aan het doodgaan …
Uw dierenarts heeft uw kat uitgebreid onderzocht en vastgesteld dat haar nieren slecht functioneren …
Leven met nierinsufficiëntie :
Veel katten hebben last van een verminderde nierfunctie. Chronische nierinsufficiëntie is zelfs de tweede meest voorkomende aandoening bij de kat. Gelukkig kan uw kat bij tijdige diagnose en met de juiste behandeling toch een prettig leven leiden. Het is daarom belangrijk dat u uw kat regelmatig door een dierenarts laat onderzoeken.
De werking en functie van de nieren :
Nieren zijn van levensbelang. Ze zorgen onder meer voor het reguleren van de vochthuishouding, het filtreren van het bloed en het in evenwicht houden van de chemische samenstelling van het bloed. De duizenden nefronen waaruit de nieren bestaan, voeren tezamen deze filtrerende taken uit. Als nefronen uitvallen, nemen andere nefronen in eerste instantie hun functie over. Hierdoor merken we niet meteen dat er een verminderd nierfunctioneren is.
Wat is nierinsufficiëntie?
Naarmate uw kat ouder wordt, neemt het aantal werkende nefronen af. Hierdoor hebben bijna alle oudere katten last van een verminderde nierfunctie. Deze vorm van chronische nierinsufficiëntie wordt ook wel chronische interstitiële nefritis genoemd. Ook andere factoren zoals verwondingen, infecties, tumoren en aangeboren afwijkingen kunnen de werking van de nieren verstoren. Chronische insusiffiëntie komt veel voor bij oudere katten (ouder dan zeven jaar), waar het zelfs de belangrijkste doodsoorzaak is. Katten met een nierfalen vertonen echter pas symptomen wanneer meer dan 70% van de nefronen is aangetast ! Het is daarom verstandig om uw kat regelmatig te laten onderzoeken door uw dierenarts. Op die manier kan nierinsufficiëntie tijdig worden vastgesteld.
Wat zijn de symptomen nierinsufficiëntie ?
De volgende symptomen kunnen wijzen op nierinsufficiëntie :
· overmatig plassen
· overmatig drinken
· weinig eetlust
· doffe vacht
· slechte conditie
· gewichtsverlies
· braken
· zweertjes in de bek
· diarree
· lusteloosheid
· anemie (bloedarmoede)
Het eerste symptoom dat vaak als gevolg van nierinsufficiëntie optreedt, is veel plassen. Dit komt doordat de nieren het vocht niet meer goed kunnen vasthouden. Het vele plassen compenseert uw kat door veel te drinken. Als uw kat om een of andere reden te weinig vocht inneemt, verergeren de symptomen. Het ureumgehalte in het bloed stijgt (niervergiftiging) en uw kat wordt hierdoor sloom en misselijk. Het gevolg is braken, waardoor uw kat nog meer uitdroogt. Wanneer geen actie wordt ondernomen, is de kans groot dat uw kat op korte termijn zal sterven. Anemie wordt veroorzaakt door een tekort aan een hormoon dat in de nieren wordt aangemaakt. Het hormoon zet het beenmerg aan tot de productie van rode bloedcellen. Een tekort aan dit hormoon als gevolg van falende nieren resulteert in een tekort aan rode bloedcellen en dus in anemie. Uw kat verzwakt hierdoor en heeft minder uithoudingsvermogen.
Is chronische nierinsuffiëntie te behandelen ?
Uw kat is voor de rest van haar leven nierpatiënt. Chronische nierinsufficiëntie is namelijk niet te genezen. Het is echter wel goed te behandelen ! Met de juiste medicijnen en een aangepast dieet kan uw kat een normaal leven leiden.
Wat doet de behandeling voor mijn kat ?
De behandeling vertraagt de ontwikkeling van chronische nierinsufficiëntie en verlicht de symptomen die als gevolg van deze ziekte optreden. Hierdoor verbeteren de levensverwachting én de levenskwaliteit van uw kat. U merkt snel veranderingen :
· meer eetlust
· gewichtstoename
· glanzende vacht
· minder plassen
· minder dorst
· betere conditie (actiever)
Van nierfalen bij katten wordt gesproken als de nieren niet meer in staat zijn om de normale nierfuncties uit te oefenen. De nieren zijn vooral van belang als ontgiftings- en uitscheidingsorganen, maar ze spelen ook een rol bij de aanmaak van rode bloedcellen en natuurlijk bij de water- en mineralenhuishouding (het op peil houden van de bloeddruk en het reguleren van de electrolytenbalans). Nierfalen komt het meeste voor bij oudere dieren (grote honden > 8 jaar, kleine honden > 10 jaar, katten > 12 jaar). Bij deze patiënten is het nierfalen het gevolg van een soort verbindweefseling van de nieren, waarbij functioneel nierweefsel wordt vervangen door “littekenweefsel” (dit wordt ook wel chronische interstitiële nefritis (CIN) of schrompelnier genoemd). Nierfalen kan echter ook optreden ten gevolge van een (acute) nierontsteking, ernstige uitdroging, een blokkade van de urinewegen, (ernstige) hartaandoeningen, vergiftigingen, cysten in de nieren (pkd bij de kat!), tumoren in de nieren etc.
SYMPTOMEN
Een hond of kat met nierfalen zal, afhankelijk van de ernst en duur van het nierfalen één of meer van de volgende symptomen gaan vertonen:
Veel drinken en plassen
Vermageren
Spierzwakte
Slechte eetlust
Regelmatig braken (mogelijk met bloed)
Diarree (mogelijk met bloed)
Bleke slijmvliezen
Vieze (ammoniak) geur uit de bek
Slechte algehele conditie
Ontstekingen in de bek
Coördinatiestoornissen
URAEMIE
Een aantal van bovenstaande symptomen ontstaan ten gevolge van het circuleren van een bepaalde gifstof in het bloed, het zogenaamde ureum. Dit wordt ook wel uraemie genoemd. Ureum is een afbraakproduct van eiwitten uit de voeding en wordt normaal gesproken afgevoerd door de nieren met de urine. Bij een uitval van de nierfunctie van ongeveer 50%(!) zal het ureum in het bloed gaan stijgen. Zoals gezegd is ureum giftig en het blijven circuleren van dit gif heeft dan ook de nodige gevolgen. Het veroorzaakt een misselijk gevoel en daardoor een slechte eetlust. Het ureum veroorzaakt ook een ontsteking van maag- en darmslijmvlies hetgeen braken en anorexie kan veroorzaken. Door bacteriën in de bek wordt ureum omgezet in ammoniak, hetgeen de geur uit de bek en zweren en ontstekingen van het mondslijmvlies (maar soms ook van het maag- en darmslijmvlies) kan veroorzaken. De coördinatiestoornissen zijn een gevolg van het effect van ureum en ammoniak op de hersenfunctie. Een uitval van de nierfunctie veroorzaakt behalve een uraemie ook een verzuring van het bloed (braken), een verlies van kalium en eiwitten (en daardoor vermageren, afname van de spiermassa en spierzwakte) en een stijging van het fosfaat in het bloed. Het vele plassen en daardoor drinken heeft te maken met het verlies van het vermogen om de urine te concentreren, waardoor de urine te waterig wordt. De bleke slijmvliezen zijn een gevolg van bloedarmoede, dit ontstaat als de nieren niet voldoende hormoon (erythropoietine) aanmaken wat nodig is voor de aanmaak van nieuwe rode bloedcellen. Met al deze gevolgen moet bij de behandeling van nierfalen zo goed mogelijk rekening worden gehouden.
DIAGNOSE
De diagnose van nierfalen wordt bevestigd door middel van een bloedonderzoek. Een stijging van het ureum (zie boven) en het kreatinine (dit is een afbraakproduct van spiereiwitten, dat normaliter in constante mate door de nieren wordt uitgescheiden) geeft aan dat de nieren niet meer goed functioneren. Zoals reeds eerder opgemerkt moeten we ons realiseren dat een stijging van deze stoffen in het bloed pas optreedt bij een uitval van 50% of meer! Bij nierfalen wordt tevens vaak een verhoging van het fosfaat gehalte in het bloed gevonden. Om eventuele achterliggende oorzaken voor het nierfalen te kunnen achterhalen, voor het vaststellen van complicaties (bloedarmoede, eiwittekort) en om specifieke behandelingen te kunnen instellen kunnen er meer onderzoeken nodig zijn dan alleen een bepaling van het ureum en kreatinine. Meestal is een uitgebreider bloedonderzoek en een urineonderzoek nodig en soms kan het zinvol zijn om een echografisch onderzoek van de nieren uit te laten voeren.
THERAPIE
De therapie bestaat uit een aantal facetten:
infusen om gifstoffen af te voeren en uitdroging (en soms kaliumtekorten) te corrigeren; voor katten is er de mogelijkheid om langdurige vloeistoftherapie toe te passen door middel van de zogenaamde IF-tube\
nierdieet: een nierdieet bevat minder eiwit (minder ureum) dan een normaal voer, het eiwit is van een hoge kwaliteit (minder afvalstoffen (= ureum) en betere biologische beschikbaarheid) en minder fosfor (remt de progressie van het nierfalen af).
aanvullen van behoefte aan essentiële vetzuren (ontstekingsremmend en conditieverbeterend)
homeopathische ondersteuning met behulp van Solidago virga aurea (drainage) en Lespedeza sieboldi ( terugdringen van de uraemie) in de vorm van Mac Samuel Niertonicum®
ondersteuning van vertering en darmflora in de vorm van Protexin Pro-fibre®
specifieke maatregelen toegespitst op de individuele patiënt (bv. kalium toevoegen aan voer, spierversterkende middelen geven, antibiotica etc.)
PROGNOSE
De prognose is natuurlijk afhankelijk van de ernst van het nierfalen en van de oorzaak ervan. Bij nierfalen waarbij niet een oorzakelijke behandeling ingesteld kan worden (dit is dus het geval bij de schrompelnieren, zie boven) moet in ieder geval beseft worden dat geen enkele behandeling een echte genezing zal bewerkstelligen. Doel van de behandeling is de klachten van het nierfalen zo goed mogelijk te verminderen en de progressie van het nierfalen zo goed mogelijk af te remmen.