Voer. Krabpaal. Speeltje. Ga naar de Kattenwinkel op Bol

Katten opvoeden

Katten opvoeden, opgetilde kat

Basisregel voor opvoeding

Opvoeding van een kat moet gebeuren van het eerste ogenblik dat het kitten/de poes binnenkomt.

Het is immers verbazingwekkend hoe snel en haast onomkeerbaar de kat bepaalde gewoontes in huis zal aannemen. U moet dus van tevoren bepalen wat mag en niet mag, en in de beginne elke keer consequent het gewenste gedrag belonen en het ongewenste bestraffen. De beloning moet duidelijk van u uitgaan : een aai over de kop, een knuffelpartijtje, enz
gepaard aan een vriendelijk uitgesproken woord (een kort woordje, telkens hetzelfde gebruiken), eventueel een kattensnoepje. De straf daarentegen mag NIET zichtbaar van u uitgaan (behalve bij het bestraffen van agressie ten opzichte van uw persoon) : u moet erg vindingrijk zijn om onaangename sensaties bij de kat te veroorzaken ten tijde van het te bestraffen gedrag.

Zowel straf als beloning moet ten tijde van het gedrag of enkele seconden erna toegepast worden, anders heeft het geen zin, en begrijpt het dier niet wat hij goed of slecht heeft gedaan.

Ongewenst gedrag bestraffen

a) aan behang en meubels krabben :

Een kat moet ergens kunnen krabben : om de nagels te scherpen en om een visitekaartje achter te laten. Aan de voetzolen zitten immers geurklieren die tijdens het krabben, door ons niet te ruiken, geuren afscheiden. Vandaar ook dat de kat, eens ze een bepaalde plaats heeft bekrabd, ze telkens opnieuw naar die plaats gaat om te krabben, omwille van de geur die op die plaats hangt. U moet ze dus enkele plaatsen geven waarop ze mag krabben : een paar binnenstebuiten opgerolde matjes voldoen uitstekend, her en der in het huis verspreid. U wrijft eens krachtig met de zooltjes van de poes op de matjes om de geurmerken achter te laten.

Tijdens de eerste dagen na binnenkomst van poes, moet u poes goed in de gaten houden en meteen optreden wanneer poes aanstalten maakt om ergens te gaan krabben waar ze niet mag. Bestraffen gebeurt door bijvoorbeeld poes nat te sproeien met de plantenspuit. Een andere manier is hels lawaai produceren (een blikje gevuld met knikkers naar haar toe rollen, een ballon laten springen,
), of met een zacht voorwerp naar de kat gooien (het moet de kat wel raken). U doet dit terwijl u zogezegd druk bent met iets anders. U kijkt poes zeker niet aan of staat verdekt opgesteld zodat poes u niet verdenkt.

Indien poes toch gekrabd heeft aan iets tijdens uw afwezigheid moet u die zaken “beschermen” door strafmaatregelen. Behangpapier, stoelpoten, meubels worden behangen met schuurpapier : wanneer poes hieraan krabt, geeft dit een zeer onaangenaam gevoel aan de voetzooltjes zodat ze met krabben stopt. Een blik gevuld met knikkers in wankel evenwicht wordt op de armleuning gezet, met een touw eraan vast, dat naar beneden hangt op de plaats waar de poes krabt. Tijdens het krabben zal poes zeker in het touw vasthangen, zodat het blik valt en de knikkers haar om de oren vliegen. De ballonnentruuk geeft ook goede resultaten : flink opgeblazen ballonnen worden bevestigd aan de geteisterde plaats. Tijdens het krabben raakt poes Ă©Ă©n van de ballonnen die plots kapot springt en voor een goede schrikreactie bij de kat zorgt. Deze maatregelen moeten wel een tweetal weken consequent volgehouden worden, om de kat te conditioneren dat krabben op de plaats onaangename gevolgen heeft.

b) Poes krabt aarde uit de plantenbakken

Sommige poezen hebben de nare gewoonte de aarde uit plantenbakken te krabben, en veel erger, er een plasje achter te laten. De oplossing is simpel, men legt grofmazig gaaswerk in de bak en bedekt het met een laagje aarde (ongeveer 1 cm). Wanneer de poes gaat krabben in de plantenbak worden de klauwtjes gevangen in het gaas, wat een zeer onaangename sensatie is : poes stopt ermee. Het gaas weerom minstens 3 Ă  4 weken laten liggen. Een andere truuk: de plantenbak volstoppen met aperitiefstokjes: vertikaal met de puntjes 1 a 2 cm boven de aarde.

c) Poes springt in kasten vol delicate spulletjes

Poes is meestal erg voorzichtig en zal niet makkelijk spullen omstoten tijdens onderzoektochtjes. Immers iets dat valt, maakt een plots lawaai, iets waar de kat niet dol op is. Maar ongelukjes kunnen gebeuren en het zijn meestal de spulletjes waar het baasje het meest aan gehecht is, die kapot vallen. Oplossing : ruim de kast leeg of laat alleen niet breekbare spullen staan, leg dan flink opgeblazen ballonnen in de kast. Wanneer poes op de kast springt, zal ze met de nagels de ballonnen raken, die zullen ontploffen met veel lawaai. De kat schrikt hiervan (een onaangename sensatie) en zal de kast links laten liggen. Deze maatregelen minstens twee weken volhouden.

Opvoeding van de kat

De kat is Ă©Ă©n van de meest populaire huisdieren, want hij vraagt niet veel tijd en moeite qua verzorging en is voor veel mensen het toonbeeld van huiselijkheid.
Helaas gaat dit niet altijd zo moeiteloos als vaak verwacht wordt. Ook een kat kan voor veel problemen zorgen! Gelukkig kunnen veel problemen voorkomen worden door de kat op de juiste manier te kiezen en vooral ook door de kat op een goede manier te introduceren in zijn nieuwe huis.
Waar moet je op letten bij het kiezen van een kitten?
Veel mensen zullen voor een kitten kiezen als nieuwe huisgenoot, vaak ook liefst zo jong mogelijk. Heel veel kittens worden ook al met 7 à 8 weken aangeboden. Het is ook wel erg lief en leuk, zo’n klein pluizenbolletje, maar voor het kitten zelf is dit niet de meest optimale start! En als we graag een gezellige, sociale huisgenoot willen is het beter om een iets ouder kitten te kiezen.

De ideale situatie

Optimaal zou een kitten tot 12 Ă  13 weken bij moeder en nestgenootjes moeten blijven. Vooral in de periode van 8 tot 12 weken zullen de kittens onderling door spelen en ‘schijngevechten’ leren om niet te hard te bijten en te krabben. Als Ă©Ă©n van de kittens een ander pijn doet zal die het spel stoppen en weglopen, zo leren ze dat te fel zijn iets oplevert wat ze niet willen
 en dat is altijd de beste manier om iets te leren! En als nieuwe eigenaar krijg je dan een katje in huis wat geleerd heeft de nageltjes en tanden gedoseerd te gebruiken. Het eerste stukje opvoeding kunnen we dus altijd het beste overlaten aan de moeder en de nestgenootjes. Dit wordt ook wel de socialisatie genoemd.

Het is uiteraard heel belangrijk dat ze in die periode ook kennismaken met een normaal gezinsleven. Vanuit het nest, in een voor hen veilige omgeving, moeten ze ervaring op kunnen doen met zoveel mogelijk mensen die hen ook oppakken en aanhalen, leren dat geluiden als de tv, de stofzuiger, geluiden van buiten en dergelijke geen bedreiging voor hen vormen. Liefst doen ze ook ervaringen met andere diersoorten op, bijvoorbeeld met honden, vogels, konijnen en dergelijke. Een kitten dat uit zo’n omgeving komt zal hiermee een goede basis hebben en daarmee veel minder risico op probleemgedrag hebben.

Kijk hier goed naar bij het kiezen van een kitten, een kitten met een ideale achtergrond is over het algemeen een leuk, lief en gezellig huisgenootje en zal eigenlijk niet meer opgevoed hoeven worden.

Vanuit een minder ideale situatie

Helaas worden niet alle kittens in een gezellige, sociale omgeving geboren en ook die kittens zullen graag een goed huisje krijgen. En ook zij kunnen uitgroeien tot leuke, lieve en gezellige huisgenootjes, maar daar zal wat meer inzet van de nieuwe eigenaar bij nodig zijn. Voor kittens die in een schuur, aparte ruimte of zonder veel contact met mensen en huiselijke omstandigheden opgroeien is het beter deze wel met 7 Ă  8 weken in huis te halen. Liefst als je al een sociale kat hebt die kan helpen met de opvoeding, of met een ander kitten van ongeveer dezelfde leeftijd.
Heb je al zo’n kitten in huis genomen, en is er geen sociale kat of ander kitten om te helpen met de opvoeding, zijn er wel wat mogelijkheden om zelf je kat te leren de nagels en tandjes niet al te hard te gebruiken op levende wezens
 Jagen en aanvallen is iets wat een kat instinctmatig zal gaan doen, en om te voorkomen dat je handen en armen er binnen de kortste keren als krabpaal uitzien kun je het beste balletjes, muisjes en hengeltjes gebruiken. De kat ziet dit allemaal als ‘prooi’ en zal er ook zo mee omgaan
 bijten en krabben dus! En het is niet zo erg als een kitten je handen als ‘prooi’ beschouwd, maar als hij groter wordt is het een stuk minder aangenaam. Ook bij katten (en andere dieren trouwens) geldt: jong geleerd is oud gedaan. Als je van jongs af aan je kat er aan went dat handen alleen bedoeld zijn om te verzorgen (aaien, borstelen, oppakken) en hij de speeltjes mag bijten en krabben zal dat veel schade aan je huid voorkomen.

Mocht je kat zich vergissen en toch je benen of armen ‘aanvallen’ kun je hem het beste negeren. Direct omdraaien en weglopen en je kat even alleen laten. Of de kat even apart zetten, door hem op te pakken zonder iets te zeggen of naar hem te kijken en even in een andere ruimte te zetten. Het oppakken kun je het beste doen met een hand onder de buik en een hand onder de billen, nooit in het nekvel oppakken want dat is erg pijnlijk! De moederpoes doet dit alleen als ze in een noodsituatie haar kittens moet verplaatsen en zij pakt ze dan meer bij het kopje dan in het nekvel vast.

Een oudere kat

Gelukkig zijn er ook nog heel veel mensen die een oudere kat, bijvoorbeeld uit het asiel, adopteren. Deze katten brengen natuurlijk hun eigen verleden mee en zullen niet per definitie direct de perfect opgevoede kat zijn. Maar ook oudere katten kunnen nog wel een klein beetje opnieuw opgevoed worden. Wat voor kittens geldt, geldt ook voor oudere katten: consequent zijn en rekening houden met het natuurlijke instinct is de basis voor een goede relatie!

Wennen

De eerste dagen in het nieuwe huis is het het beste om de kat zoveel mogelijk met rust te laten. Er niet achteraan lopen en zeker niet oppakken. Geef hem de tijd zijn nieuwe huis op zijn gemak te verkennen. Vooral voor kinderen zal dit best moeilijk zijn! Ze mogen wel proberen om de kat te lokken met bijvoorbeeld een snoepje, of door met een hengeltje te proberen of de kat wil spelen, maar blijf er altijd bij en zorg dat de kinderen niet te druk worden. Snelle bewegingen en harde geluiden kunnen de kat flink schrik aanjagen en dat zal niet helpen om een goede band met de kinderen te krijgen. De eerste dagen is het ook beter om nog even geen visite uit te nodigen, laat de kat eerst wennen aan huis en vaste bewoners. Vraag ook de visite om niet naar de kat toe te gaan, maar het initiatief bij hem te laten. Ook de visite vragen om de kat wat lekkers te geven (als hij wil komen) kan helpen om visite ook voor hem iets leuks te maken.

  • Als er al andere katten in huis zijn is een introductie vanuit een eigen kamer een optie. Zeker met wat oudere katten kan het verstandig zijn om de katten langzaam aan elkaar te laten wennen.
  • Geef de kat een ‘eigen’ kamertje met slaapplek, kattenbak, eten en drinken en speeltjes. Zo kan hij tot rust komen, wennen aan de nieuwe omgeving en voorkomt u confrontaties met zijn huisgeno(o)t(en).
  • Geef de kat genoeg aandacht maar dring niet aan. Maar vergeet ook de andere kat(ten) niet!
  • Is de kat op zijn gemak in het kamertje begin dan met het uitwisselen van de geuren van de katten. Dit doet u door de katten beurtelings te aaien, vooral langs de mondhoeken (hier zitten o.a. geurklieren van de kat). Ook kunt u de mandjes/dekentjes waar de katten op slapen omwisselen.
  • Vervolgens moeten de katten elkaar kunnen zien, zonder dat ze elkaar in de haren kunnen vliegen. U kunt de deur van het kamertje op een kier zetten en hier wat (kippengaas) tussen doen of misschien beschikt u over een hordeur. Zo kunnen de katten elkaar zien en ruiken, maar niet aanraken. Tegelijkertijd kunt u beide (of alle) katten wat lekkers te eten geven. Zet de voerbakjes zo dicht mogelijk bij elkaar, in elkaars zicht, maar wel zo dat ze op hun gemak zullen gaan eten. De bakjes kunt u langzaamaan elke keer als u weer wat lekkers geeft wat dichter bij elkaar zetten, net zo lang tot de bakjes tegen de kier van de deur of tegen de hordeur staan. U kunt proberen om hen 2 of 3 maal per dag kleine porties van iets wat ze erg lekker vinden te geven.
  • De volgende stap is om de katten om te ruilen, dus de kat die apart zat los laten en de andere kat(ten) in zijn kamer laten met de deur op de kier. Zo kan de kat die apart zat op zijn gemak het verdere huis verkennen en de andere kat(ten) rustig de kamer met alle geurtjes van hem onderzoeken.
  • Verloopt dit allemaal volgens plan dan kunt u ze samen in Ă©Ă©n kamer laten. Houdt die eerste keer uiteraard toezicht zodat u kunt ingrijpen als dat nodig is. Laat de kamerdeur open zodat er een “vluchtroute” is, mocht Ă©Ă©n van de katten daar behoefte aan hebben. Ook hier kunt u weer beginnen met wat lekkers aan te bieden op een veilige afstand van elkaar. Langzaam maar zeker kunnen de voerbakjes weer steeds dichter bij elkaar gezet worden.
  • Mochten ze gaan vechten, spring er niet tussen, maar leidt ze af door lawaai te maken (in de handen klappen, een sleutelbos vlak bij hen gooien) of een speeltje vlak langs hen te gooien. Mocht dit het gevecht niet stoppen, probeer er dan een kussen tussen te houden en daarmee Ă©Ă©n van de katten in een andere ruimte te krijgen.
  • Soms is valeriaan of kattenkruid een goed hulpmiddel. Probeer eerst bij elke kat afzonderlijk hoe deze hier op reageert. Veel katten vinden het heerlijk, gaan erop liggen rollen, aan kauwen, gaan kwijlen en het lijkt wel of ze in trance raken. Maar sommige katten kunnen er ook agressief van worden, of er helemaal niet op reageren. Als alle katten er positief op reageren kun je een beetje valeriaan in je handen wrijven en de katten er mee ‘inwrijven’. Dit kan helpen om de katten leuk te maken voor elkaar. Maar, als er Ă©Ă©n of meerdere katten niet of juist agressief op reageren kunt u dit beter niet gebruiken!
    Hoe lang de gewenningsperiode moet duren zal o.a. afhankelijk zijn van het karakter van de dieren in kwestie. Indien er onverhoopt toch een gevecht is tussen de katten, begin dan weer van voor af aan met hen scheiden en tot rust te laten komen. Dan kunt u nogmaals de introductie uit gaan voeren. Laat katten nooit iets ‘uitvechten’, dat doen katten namelijk niet en elk gevecht zal de kans op een vreedzaam samenleven in de toekomst verkleinen!

Opvoeden

Dit blijft toch altijd wat lastig bij een kat. Maar, zeker niet onmogelijk! Wat in ieder geval nooit werkt is geweld gebruiken. Slaan, of een tik geven, schreeuwen: bij een kat bereik je hier vaak het tegenovergestelde van wat je wilt mee. Heel vaak begrijpt de kat helemaal niet waar hij voor gestraft wordt, deed hij iets wat voor hem volkomen natuurlijk gedrag is (plassen op de deurmat om je territorium tegen katten buiten te beschermen bijvoorbeeld
) of kwam de straf te laat (je komt thuis, hij heeft een uur daarvoor aan de bank gekrabd en krijgt daar nu voor op zijn kop
). In de meeste gevallen zal de kat alleen maar angstig voor je worden, handen gaan zien als iets waar je bang voor moet zijn, bij wat drukke geluiden in huis kan hij in paniek raken. Veel katten zullen je gaan ontlopen omdat ze je niet meer vertrouwen
 maar er zijn ook katten die in zo’n geval met angst-agressie zullen reageren. Een kat die een tik heeft gekregen kan bij het naderen van een hand zichzelf direct willen verdedigen. Dat maakt hem geen valse, agressieve kat!

Wat kun je dan wel doen om de kat duidelijk te maken dat bepaald gedrag door jou niet leuk wordt gevonden? Biedt alternatieven, probeer vervelend gedrag als dat mogelijk is te negeren en als dat niet kan, probeer dan iets te verzinnen waardoor het gedrag niet meer loont voor de kat. En dat laatste is gelijk de sleutel: doet je kat iets wat jij niet wilt, kijk dan waar voor je kat de beloning in dat gedrag zit. Springt hij op het aanrecht, kan het dat hij daar wel eens iets lekkers gevonden heeft en nu telkens hoopt dat er weer iets te vinden is. Zorg in dat geval dat er nooit meer iets te halen valt. Springt hij op het aanrecht omdat hij daar een mooie uitkijkpost heeft voor het raam, of lekker in het zonnetje kan liggen, dan wordt het al wat lastiger. Je kunt proberen de plek te blokkeren, of een ‘val’ opstellen door wat conservenblikjes met bv knikkers of muntjes erin op te stapelen, een touwtje (visdraad) spannen waarmee je de stapel op scherp zet, zo dat deze omvalt zodra je kat op het aanrecht springt. De schrik is vaak voldoende om die plek onaantrekkelijk te maken.
Krabt je kat aan de bank of het vloerkleed, maak deze plekken dan onaantrekkelijk door er (tijdelijk) dubbelzijdig plakband op te bevestigen. Voor je bank kun je dit misschien het beste op een kleed/oud laken plakken dat je dan over de bank hangt om te voorkomen dat het plakband je bank beschadigd. Het krabben zal niet lekker meer aanvoelen en je kat zal dus een andere plek zoeken. Zorg dat er dan wel een geschikte plek vlakbij is (krabpaal, krabplank) en, als die daar eigenlijk in de weg staat, verplaats die dan heel geleidelijk naar een plek die zowel voor jou als voor de kat acceptabel is.

Bij agressie wordt het wat moeilijker. Dit is lastig te negeren en elke reactie die je er op geeft zal als ‘beloning’ gezien kunnen worden door je kat, of nog meer (angst)agressie op kunnen roepen. Je kunt op het moment dat je kat agressief gedrag vertoont het beste zelf de ruimte uitgaan en je kat alleen laten, zonder iets te zeggen of naar hem te kijken. Of, als dit veilig kan, je pakt je kat op en zet hem even apart, ook weer zonder hem aan te kijken of iets te zeggen. Soort ‘time-out’ waardoor je kat merkt dat dat gedrag hem alleen maar eenzaamheid oplevert.
Dit werkt niet in alle gevallen, het ligt helemaal aan de oorzaak van de agressie. Als dit niet blijkt te werken is het aan te raden om in ieder geval naar de dierenarts te gaan om te kijken of je kat wellicht pijn heeft en daarom agressief reageert bij benaderen. Mocht er niets gevonden worden en lijkt niets te werken, zoek dan hulp bij een gediplomeerde kattengedragstherapeut. Deze kan je helpen om uit te vinden waarom je kat zo reageert en helpen dit op te lossen.

Hoe dan ook, met agressie op agressie reageren werkt NOOIT, niet bij mensen en niet bij dieren!

Opvoedingstips voor katten

Leer hem luisteren naar zijn naam

Leer je kat luisteren naar zijn naam. Kies voor een korte en krachtige naam. Roep hem regelmatig en beloon hem met iets lekkers als hij komt. Laat ook regelmatig je stem horen, zo kun je het gedrag van je kat met je stem corrigeren. Spreek hem toe met een lieve zachte stem om hem te lokken of belonen. Berisp hem met een luide ‘harde’ stem als hij iets fout doet.

Wees consequent

Wees consequent in de opvoeding van je kat. Als iets niet mag kun je het best nooit toelaten. Anders zal het voor je kat niet duidelijk zijn wat wel en niet mag. Iets afleren dat voor de kat een gewoonte is geworden is een moeilijke opgave.

Onmiddellijk corrigeren

Wanneer je kat iets fout doet moet je hem onmiddellijk corrigeren. Hij moet het gedrag associëren met je boosheid of de straf. Wanneer je te lang wacht heeft de berisping geen effect meer. Het brengt de kat alleen maar in de war.

Verboden plaatsen

Leer je kat om niet op het aanrecht, op kasten of op de tafel te springen. Smoor het gedrag in de kiem door in te grijpen wanneer de kat op het punt staat te springen. Dit zie je vaak aan zijn lichaamstaal, wanneer hij hurkt om te springen. Klap luid in je handen of roep duidelijk ‘nee’. Zijn er nog bepaalde plaatsen waar je niet wilt dat je kat op springt? Leg hier dan aluminiumfolie, hier houden katten niet van.

Geweldloze opvoeding

Gebruik geen geweld of agressie om je kat te straffen, gebruik geluiden of je stem. Een plantenspuit om naar je kat te sproeien is ook een effectieve methode om je kat bepaalde gedragingen af te leren. Maar vergeet niet dat je kat belonen ook een goede methode is om je kat op te voeden, zo kun je bepaalde positieve gedragingen versterken.

Het achterliggende probleem

Het helpt om je kat alternatieven aan te bieden voor negatieve gedragingen. Krabt je kat altijd aan de zetels? Pak hem dan op en wrijf met zijn nagels over de krabpaal. Zo leert hij waar het gedrag wel mag. Probeer je soms in te leven in je kat. Plast hij naast de kattenbak? Misschien is de kattenbak te vuil en moet deze dringend ververst worden. Voor sommige negatieve gedragingen is een achterliggende reden die moet aangepakt worden. Straffen is niet altijd de oplossing.

Opvoeding van een kitten

Veel mensen denken dat katten niet op te voeden zijn. Niets is minder waar. Ook katten kunnen de huisregels leren. Het vergt gewoon een andere aanpak als bij honden. Een kat moet opgevoed worden op een ‘kattige’ manier. Het vraagt wat tijd, geduld en een consequente aanpak.

De huisregels

Wanneer je een kat in huis haalt, kun je beter even van tevoren nadenken over de mogelijke huisregels. Wat gaat de kat wel en niet mogen? Maak afspraken met de andere huisgenoten zodat iedereen zich ook aan deze regels houdt. Het is voor de kat heel verwarrend als hij van Ă©Ă©n persoon wel op de tafel mag springen en door een ander gezinslid verjaagd wordt.

Enkele mogelijke basisregels:

Niet op bed slapen. Een kat kan parasieten en/of vlooien hebben. Bovendien verliezen katten veel losse haren, zeker in de ruifperiode. Een kat die op bed slaapt is erg onhygiënisch. Het is daarom aan te raden om de slaapkamer te verbieden. Omdat veel slaapkamers zich boven in het huis situeren, kan de algemene regel zijn dat de kat enkel op de benedenverdieping mag vertoeven.
Niet op de tafels en het aanrecht springen. Weeral om hygiënische reden. Bovendien staan er vaak voedingsmiddelen op tafel die de kat maar al te graag lust!
Niet aan de meubels krabben. Een kat heeft scherpe klauwen die hij onderhoudt door aan harde voorwerpen te krabben. Op die manier slijten de nagels af en bakent hij zijn territorium af. In de vrije natuur gebeurt dit meestal aan de stam van een boom. Binnenshuis zijn de meubels zeer aantrekkelijk. Een kat kan je dure meubels echter ernstig beschadigen. Het is daarom goed om dit gedrag van in het begin te verbieden. Zorg voor een goed alternatief door de kat buiten aan de bomen te laten krabben of door een krabpaal in huis te halen.
Niet krabben of bijten. Een kitten krabt en bijt vaak in de handen of de voeten van zijn baasje tijdens het spelen. Ook al lijkt dit schattig en doet het bij een kitten nog geen pijn, het is aan te raden om dit gedrag van in het begin te verbieden! Een kat krijgt scherpere tanden en nagels, en wordt door op te groeien krachtiger. Wanneer je toelaat om je te laten krabben of bijten wordt de kat superieur aan jou, en herhaalt hij het gedrag als volwassen kat. Wanneer je dan iets doet wat de kat niet aanstaat, valt hij aan, hard en pijnlijk!

Een kat straffen

Als de kat iets doet wat niet mag, moet je het aan een negatieve prikkel verbinden. Bijvoorbeeld door de kat nat te sproeien met de plantenspuit, luid nee te roepen of een hard geluid te maken om de kat te doen schrikken. De kat zal zijn gedrag stoppen en de negatieve ervaring aan het ongewenste gedrag koppelen. Daar heeft de kat wel wat herhaling voor nodig. Het is hierbij belangrijk om er voor te zorgen dat de kat de berisping echt wel aan het gedrag koppelt. De straf moet tijdens het ongewenste gedrag gegeven worden en niet op een later tijdstip, anders leert de kat er niets van. Het is een voordeel als de kat niet merkt dat de straf van jou afkomstig is. Anders zal hij het gedrag niet vertonen als jij in de buurt bent, maar er wel mee door gaan als je even weg bent.

Zindelijkheid aanleren

Jonge katten zijn van nature zindelijk. Ze bootsen op jonge leeftijd de mamapoes na die op de kattenbak gaat. Bovendien verkiezen ze om hun behoefte te doen op zanderige grond zodat ze hun uitwerpselen kunnen begraven. Het is dus niet moeilijk om je kitten aan te leren om een kattenbak te gebruiken. Zie je dat je kat ter plekke snuffelt of hurkt, zet hem dan zo snel mogelijk op de kattenbak. Het kan ook helpen om een vorig plasje of uitwerpsel al in de kattenbak te leggen, zodat de kat kan ruiken waar hij zijn behoefte moet doen. Als hij toch een ongelukje heeft, poets het dan grondig proper zodat er geen geur meer achterblijft. Let op met schoonmaakmiddelen waar chloor of ammoniak in zit , want dit moedigt net aan om die plek opnieuw te gebruiken. Je kat met zijn neus in de uitwerpselen duwen is geen gepaste straf, je kat leert er niets van! Wanneer je kat toch consequent zijn boodschap buiten de kattenbak blijft doen, is er vaak een achterliggende oorzaak. De bak is misschien te vuil en moet ververst worden, of de bak staat op een verkeerde plaats, misschien te dicht bij de voerbak of in een tochtige ruimte. Het helpt soms ook om het kattengrind te vervangen door wat de kat gewend is, bijvoorbeeld een andere soort korrels of papiersnippers.

Prooidieren naar huis brengen

Straf je kat niet voor zijn jachtinstinct. Het is een natuurlijke reflex. Een kat die prooien mee naar huis brengt, doet dit uit liefde en respect voor zijn baasje. Hoe onaangenaam je het ook vindt, het is eigenlijk een ‘cadeautje’ van de kat aan jou om je te bedanken voor je goede zorgen. Stoor je je toch aan het jachtgedrag van je kat? Hou je kat dan binnen of doe ze een halsband met een belletje aan, waardoor de prooidieren tijdig gewaarschuwd worden.

Voedingsgewoontes aanleren

Ook kan het belangrijk zijn om je kat al vroeg goede voedingsgewoontes aan te leren. Bij een kat kan dit soms best lastig zijn, maar het kan al een goed begin zijn om je kat alleen op vaste tijden te voeren. Een hulpmiddel om deze vaste tijden makkelijk aan te houden is bijvoorbeeld een automatische kattenvoerbak. Met deze voerbak kan je jouw kat op vaste tijden voeren, zelfs als je niet thuis bent.

Handige katten links:

  1. Bol shoppen >
  2. Shop boeken op Bol >
  3. Univé >